zaterdag 31 januari 2009

Luc Verstraete: flamingant, veelzijdig artiest en spotvogel uit het Meetjesland


Scherp en raak spotten, met de nodige allure en dan nog in verbazingwekkende, soms onthutsende tekeningen, grafische werken en schilderijen: zo was de grote, onvergetelijke kunst van de volbloed-Meetjeslander Luc Verstraete. Hij werd in 1928 in Eeklo geboren en overleed op zondag 28 wintermaand jl. in die stad, waar hij ook leraar en directeur van de kunstacademie was geweest. Lucs vader, Hilaire Verstraete - zoon van Remi - en zijn moeder, Julia De Schepper woonden eerst in het mooie, landelijke dorpje Ursel, aan de rand van het indukwekkende bosgebied "Het Drongengoed". Zijn grootvader Remi én de mijne, Alfred Verstraete, waren broers en in het begin van de 20ste eeuw felle flaminganten, vriendelijke, warmhartige lieden met rebels bloed! Hun dorp en hun streek waren hun heilig en die liefde voor Ursel erfden zowel mijn vader, Pol(ydoor) Verstraete (1911-1999), schrijver van het veel gelezen jeugdboek "Scheve Zeven", als Luc Verstraete, die nochtans een Eeklonaar was.

Lucs soms bizarre passie voor erotiek, een levenslust, die zich aangrijpend uitte in talloze tekeningen en schilderijen, stond in schril contrast tot zijn levenslange angst voor de dood. En toch: gaan "
eros" en "thanatos" ook geen verbond aan, zoals Luc zo ontroerend in beeld bracht op bijgevoegde tekening? Alleszins is deze Verstraete een vernieuwer geweest in de Vlaamse - dus ook Nederlandse - kunst, een heel "eigen-aardig", vernieuwend expressionist, een romantisch fantast, zoals nog wel enkele andere artiesten in onze familie. Van nature was Luc een weemoedig mens, die zich graag terugtrok in zijn verbeelding, de inspiratiebron voor zijn werken. De jongste jaren, ten gevolge van een hersenbloeding, geraakte hij moeilijker te been en vergleed zijn melancholie in een depressie, die hij niet meer te boven kwam.

Luc Verstraete is één van de grootste moderne Vlaamse kunstenaars. Naast speelse en satirische erotiek, waren zijn thema's o.a. Sint-Franciscus of de heilige der armen, de dood en de aftakeling van de mens, het lijden én de spelende mens. Zoals mijn oud-collega van 't Pallieterke, Jan D'Haese zaliger het beschreef, kunnen we hem situeren in de fantastische en grootse traditie van Jeroen Bosch en Pieter Brueghel de Oude.- Als tekenaar gaf hij aan vele flaminganten, nationalisten en Dietsers meer besef van de waarachtigheid van hun overtuiging, met de vele affiches voor de IJzerbedevaarten in de jaren 1950-'60 en '70 en de stijlvolle prentkaarten met de "
koppen" van Joris van Severen, Verschaeve, Sint-Lutgardis en vele anderen. Het artistieke bloed - hoeveel mooier dan die gebanaliseerde "genen"! - van Meester en vava Luc vloeide verder in zijn kinderen, vooral in de voordrachtkunstenares Silvia en in de oudste zoon Paul, van wie ik pas bij het lezen van zijn vaders bidprentje (of "santje") vaststelde dat hij een - "onbekend", maar begaafd dichter is. De andere kinderen zijn Barbara en Michiel.

Ik besluit dit In Memoriam met het gedicht dat Paul Verstraete voor zijn vader schreef en dat op het "
doodsbeeldeke" werd afgedrukt:

Ik wist niet dat de toekomst sterven kon
Dat water kan bevriezen aan de bron
Dat laaiend vuur ook ijzig koud kan zijn
Nu gij me loslaat ken ik pas die pijn
Van nooit meer samen, radeloos alleen
Uw blauwe blik voorgoed verstild tot steen.

Gij zijt de ene God die 'k heb vereerd
Met u deel ik wat nimmer wederkeert
Geen klok slaat trager nu gij mij verlaat
Geen almanak die vandaag overslaat
Gij hebt geen vat op tijd, tijd niet op u
Tijdloos zijt gij vereeuwigd in het nu.

Voor altijd ons vava en Meester Luc
Voor altijd ons verdriet en ons geluk.

maandag 26 januari 2009

Duivelse gruwel tegen weerloze kleine kindjes: vanuit de leegte...


De gruwel was, vorige vrijdag 23 januari jl., zo duivels boosaardig, daar in Sint-Gillis-Dendermonde - waar twee van de besten van ons volk én vrienden van jeugd en kinderen, werden geboren en leefden: Lode Dosfel en Wies Moens...-, dat alle gestroomlijnde, "correcte" kranten en radio- en televisie-zenders het moorddadig optreden van een waanzinnige "jongen van deze tijd" breed uitsmeerden en uitbazuinden...

Mijn antwoord op deze demonie is datgene dat ik geregeld in gedichten, artikels en toespraken verwerk: de macht van de leegte en haar ingrijpen in de zieke geesten van jongeren als die van de dader uit Sinaai-Waas. Het ontbreken van een op het betere, het schone, het hogere gerichte opvoeding in dit al even zieke landje: het ontbreken van idealen, van de "Liefde en Schoonheid", zoals een andere, diep-christelijke en Vlaamsgezinde kindervriend, Ernest van der Hallen, die voorhield. Het kostbare, het pure van een klein kind is in deze onzalige, extreem materialistische tijd, nu ook al bedreigd en noopt tot haat (een soort "wraak" (?) tegen de kleinsten, de liefsten..., de totaal weerlozen en onschuldigen. Daarmee verzeilen we in de eindtijd, die van "het Beest", uit het Boek der Openbaring, de Apocalyps van Johannes!

Om een veel juister, dieper en beter licht te werpen op de leegte, het gebrek aan eerbied voor het kind dat onze sombere tijd ook al kenmerkt, citeer ik hier Ernest van der Hallen, uit zijn onvolprezen historische roman "Kroniek der Onnozele Kinderen" (1947), Nests voorstelling van de "Kinderkruistocht" (1212). In een ontroerende ballade heeft dichter en essayist Martinus Nijhoff dit thema eveneens verwerkt en in 1973 publiceerde de Noord-Nederlandse jeugdschrijfster Thea Beckman haar - veel gelezen - "Kruistocht in spijkerbroek".

Laten we nu eerder Ernest van der Hallen -wier persoonlijkheid, oeuvre en boodschap de jongste jaren aan een "renaissance" zijn begonnen- met veel aandacht lezen:

"Het kind, waarde vrienden, is iets van het zeldzaam edele en ongerepte dat deze vreselijke tijd ons gelaten heeft. Zolang ook kinderen deze aarde bevolken vindt Gods oog een schepsel waarop Hij met welbehagen kan neerzien, en zal Hij allicht bereid zijn, als in de jaren van Sodoma, de wereld en haar leven te sparen. Eens zal de aarde geoordeeld worden door de kinderen; de geest van het kind zal gericht houden over de geest van de wereld. Vreest dus de kinderen die onschuldig zijn, zacht en liefelijk, maar tevens vreselijk omdat ze eens over u recht zullen spreken. De vragen ie ze u zullen stellen zullen zo eenvoudig maar tevens zo vreselijk zijn, dat alle spitsvondigheden u zullen ontvallen en uw antwoord enkel ja of neen zal kunnen luiden. Eebiedigt dis het kind, ziet het aan in zijn opgerepte gaafheid; vreest het en hebt het lief. Nadert het met schroom en overweegt de woorden die gij tot zijn ziel wilt spreken, want het kind is bereid elk woord te aanvaarden en te geloven, niets te verwerpen of te betwijfelen van wat uw mond spreekt, ieder te volgen die het tegemoet treedt, zich over te geven aan wie het bij de hand vat.

Weest mild en goed voor het kind, hebt het lief zonder het kind zonderuzelf in het kind lief te hebben; er zal een ogenblik komen in uw leven waarop gij het kind niet zult kunnen aanzien zonder te moeten worstelen tegen uw tranen.
"

Deze laatste ontroering overviel me in de zomer van het voorbije jaar, toen ik op straat zo'n heel klein peutertje (2-3 jaar) naar een ouder zag toe lopen, dolgelukkig.... De twee kindjes die de obscure jongeman in Dendermonde doodde waren nog kleiner... Het verblijdende tafereeltje op straat inspireerde me tot volgend gedicht, dat ik hier voor het eerst afdruk:

Kleine wonderen
---------------------------
("Noch ist uns das Dasein verzaubert,
an hundert Stellen ist es noch Ursprung.
"
Rainer Maria RILKE
-----------------------------------------------------------
Wondermooi zijn de heel kleine kinderen,
doelloos lopend, haartjes wuivend in de wind.
Niets zal hun volle vaart ooit hinderen.
Zij lopen naar je toe, lachend en gezwind.

En valt er eentje... pardoes over een steentje,
dan gaat het kleine, felle stemmetje omhoog:
zulke kracht uit zulk klein keeltje.
Ik zie de traantjes kleuren als de regenboog

in haar brilletje de verre wijde tonen
tot slakke tinten samendrukt. Héél hoog
ziet 't kleine meisje zachte kleuren komen:
paars, oranje, blauw boven de bomen.

De waterlanders smelten weg. Het mondje
gaat lachend open en de oogjes stralen
zo blij verwonderd als geen ander rond je.
De regenboog gaat hemels nu verdwalen;

Zomermaand 2008
--------------------------------------------------------------------------------------

Tegenover de ongehoorde gruwel plaatste ik de verwondering, de eerbied, de liefde en de schoonheid, zoals Nest van der Hallen dat vóór mij deed!

Mijn vorige poëtische blogtekst, over wintergedichten, dateert reeds van 2 januari. Bijna een volle maand! Maar ik wil mijn leven in het poëtische Uropia beteren. Binnen enkele dagen bezorg ik een tekst over de bizarre, satirische en wonderlijk-expressionistische schilder en graficus én achterneef: Luc Verstraete.

Mag ik de lezers die van - écht vloeiende, beeldende - poëzie houden, nogmaals mijn jongste dichtbundel aanbevelen: "Gebleven is de Adel" (2006), met lyriek, balladen, herinneringen, kwatrijnen, stemmingsgedichten en vertalingen (uit de Duitse poëzie!). Daar ik, wegens het feit dat die bundel bij een "niet erkende" (!?...) uitgeverij verscheen, maar zeer esthetisch en vier met fijne houtsneden van Wim De Cock, kan ik geen boeken verkopen in de reguliere (...) boekhandel, wel met eigen middelen, tijdens voordrachten en lezingen... Daarom mijn beroep op goedgezinde en voorname mensen (die mijn lezers zijn...). Zij kunnen mijn boek tegen storting van 20 euro ( op rek. nr. 979-6189 508-40 van Erik Verstraete (Jos Ratinckxstraat 17, 2600/ Berchem; tel. 03-448.41.09).e-post: erikverstraete@telenet.be

vrijdag 2 januari 2009

Om te beginnen: winterpoëzie!


Getrouw aan mijn liefde voor échte en mooie poëzie, liefst van eigen Nederlandse of Dietse bodem, bied ik aan de lezers en betreders van mijn "Utopia-gebied" twee wintergedichten aan. Dit bij wijze van nieuwjaarsgeschenk. Mijn eerste groet voor het nieuwe jaar doe ik met de zachte en zo puur-poëtische stem van Alice Nahon, die ik voor duizenden Vlamingen - en enkele Noord-Nederlanders - opnieuw lees- en beluisterbaar heb gemaakt door mijn (her)uitgaven van haar Verzamelde Gedichten, in 1983, '84 en '96 én door mijn voordrachten - alleen, sedert de jaren 1980, en samen met Jean-Emile Driessens, sedert de jaren 1990 . Het gedicht "Wintergepeinzen" is één van Nahons mooiste. Wie één van mijn Nahon-boeken bezit, vindt het, als vierde in de bundel "Schaduw" (1928).

WINTERGEPEINZEN
-----------------------------------
Dat ook ons harte rusten kon
lijk 's winters de velden doen
die liggen daar onder Gods hemelen wijd
de waarde te vieren
van eenzaamheid.

Ze weten heimelijk meer dan wij,
die trappen over hun wijs gezicht;
ze weten: in voren van diep geduld
wordt het mirakel
van 't zaad vervuld.

Wij, mensen met ons gulzig hart,
wat is er aan ons te doen?
We persen uit alle tijden 't genot,
we worden niet waardig
de zoomren van God.

Dat ook ons harte rusten kon
lijk 's winters de velden doen.
Wij zouden verstild, voor 't wonder bereid,
de liefde herkennen
als God nader schrijdt.
Alice NAHON
(uit "Schaduw", 1928)

Aan de mij zo vertrouwde lieve vrouw Alice - al werd ik elf jaar na haar vroege dood geboren - én aan het bovenstaand gedicht, heb ik gedacht bij het schrijven van volgend wintergedicht (bestemd voor mijn volgende bundel):

WINTER
--------------
De winter windt zich om ons heen,
om huis en straat, om boom en steen.
Het sprookje kleedt novemberbomen
in 't puurste wit en 't wijdt de dromen,
de weemoed om de winters van weleer.

Nu zullen stille dagen komen
die roerloos rusten op de stromen.
Daarachter klinkt een ver geween,
een droevig lied dat nooit verdween
en ons nabij komt over 't oude veer.

Wie naar de winter weet te luisteren,
als d'avond valt en 't hart vindt rust,
hoort dan het heimelijk fluisteren
van lippen die geen mens meer kust,
van harten, lang reeds uitgeblust.

Zo weet ik één, nog levend in de geest
van velen die haar lieve beeld bewaren.
Als harde winter is haar levenseind geweest
dat haar de adem sneed, zonder bedaren...
Het vrolijk kind bespeelde bittere snaren.

De liefde had zij liefgehad in betere jaren.

Erik Verstraete
(laatste dagen 2008)

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland