zaterdag 13 februari 2010

De vroegste lenteadem


Telkenjare denk ik: nu zal ik de vroegste, prille adem van de lente voelen en terugdenken aan onze ouderlijke tuin (hof) in Mortsel-Dorp, in de jaren 1950, toen Mortsel nog géén stad was... Februari, met zijn oude volksnamen "dooimaand, dollemaand, koekemaand, Lichtmismaand, schrikkelmaand of slijkmaand" genoemd, was voor mij herademen, het aanwaaiende voorjaar proeven. Momenten van blijdschap dus! Het hagelde, regende, sneeuwde en vroor nog wel, maar er hing méér in de lucht: de verre, zachte adem van de lente. En ik zong of neuriede in onze heerlijke tuin (waar de appel-, pere-, kerse-, krieke- en perzikbloesems hun opwachting gingen maken...) Schuberts verrukkelijke lied: "Die linden Lüfte sind erwacht. Sie säuseln und wehen tag und nacht. Sie schaffen an anten Enten. Nu muss sich alles, alles wenden!" Ook Novalis (1772-1801, Friedrich von Hardenberg), de voortijdig aan tuberculose overleden mystieke dichter, de romanticus pur sang, voelde zeer intensief en vurig de eerste adem van de lente, het "Frühlingserwachen".

Ik haal hier enkele strofen aan uit zijn ontroerend lentegedicht "Es färbte sich die Wiese grün..." dat ik heb vertaald en opgenomen in mijn jongste dichtbundel "Gebleven is de Adel" (2006). Ik voeg er mijn Nederlandse vertalingen aan toe.

Es färbte sich die Wiese grün,

und um die Hecken sah ichs blühn;

Tagtäglich sah ich neue Kräuter,

mild war die Luft, der Himmel heiter;

ich wusste nicht wie mir geschah

und wie das wurde was ich sah.

Und immer dunkler ward der Wald,

auch bunter Sänger Aufenthalt,

es drang mir bald auf allen Wegen

ihr Klang in süssem Duft entgegen;

ich wusste nicht wie mir geschah

und wie das wurde was ich sah.

.........................................................

Wie ich so stand und bei mir sann,

ein mächt'ger Trieb in mir begann.

Ein freundlich Mädchen kam gegangen

und nahm mir jeden Sinn gefangen.

Ich wusste nicht wie mir geschah

und wie das wurde was ich sah.

Uns barg der Wald vor Sonnenschein.

Das ist der Frühling fiel mir ein;

und kurz, ich sah, dass jetzt auf Erden

die Menschen sollten Götter werden.

Nun wusste ich wohl wie mir geschah

und wie das wurden was ich sah.


De weide kreeg een groene glans

en om de hagen was de bloei één dans.

Nieuw kruid schoot dagelijks op in 't wild

onder een heldere hemel, in een lucht zo mild;

hoe kon ik zo veel schoons verhalen

dat ik zag groeien uit de diepste dalen?

Steeds dichter, donkerder groeide het woud

van bonte zangers weer het oponthoud.

Hun lied drong mij op alle wegen

in zoete geuren heerlijk tegen.

Hoe kon ik zo veel schoons

dat ik zag groeien uit de diepste dalen?

.........................................................

Toen ik daar stond me te bezinnen

voelde ik een felle drang van binnen:

een vriendelijk meisje kwam voorbij

bekoorde elk zintuig in mij.

Hoe kon ik zo veel schoons verhalen

dat ik zag groeien uit de diepste dalen?

Het woud beschutte ons voor de zon.

Plots wist ik: 't is de lente die begon.

En jubelend zag ik dat op aarde

de mens weldra tot god verklaarde.

Nu kon ik wél al 't schoons verklaren

dat ik zag groeien uit de diepste dalen.


Deze zangerige, sterk ritmische verzen van Novalis ademen één en al de levensverrukking van de romantiek (eind 18de-eerste helft 19de eeuw) uit. We kunnen ze lente, zoals hier ervaren, eerder situeren op het einde van maart, begin april.

Voor het februari-gevoel stap ik over naar onze Nederlandse poëzie en met name naar Aleidis Dierick, grote dichteres en felle Vlaams-nationaliste uit Aalst.

Februari

---------------

Februari de buizerds paren

in een nest van ijzel een zachte hartstocht

mijn minnaar hij mint met fluwelen handen

met een lichaam een woning van veren.

Een vlies van vorst op de binnenmeren

een sluier van sneeuw, in de middag

een waaier van losbarstend water

het erf vol geluid achter notelaren.

In de wortels een donker bewegen

een ader van groen door de aarde

een nest in de razende regens

mijn minnaar een stolp van begeerte.

(uit "Een zomer voorzien", 1977)

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland