vrijdag 25 december 2009

Kerstmis in een zieke tijd...!


Velen weten niet meer waaraan het kerstfeest zijn naam en zijn betekenis ontleent. Het is nu feestgedruis geblazen en dat volstaat voor de massa... "Ik wil niet meelopen met de grauwe bende, ik wil heroïsch leven en het burgerdom schuwen": dat schreef de voornaamste en rechtgeaardste van de studentenleiders en raadslieden, die Vlaanderen en de hele Nederlanden in de voorbije onheilseeuw rijk waren. De betekenis en de etymologische oorsprong van "Kerstmis" is heel duidelijk, al zal een groot deel van de luidruchtig vierende goegemeente je niet meteen kunnen antwoorden, als je hen daarnaar polst. Ik geef het daarom nog eens mee: "Kerstmis" ("Kerst" is een vernederlandsing van "Christus", het Griekse woord voor "de gezalfde") heeft zich ontwikkeld uit "Christus-mis" of "Christus-messe", dus de mis (eucharistieviering) in de naam van Jezus Christus. Dat is ze wel altijd, maar het woord wordt hier gebruikt voor het herdenkingsfeest van Christus' geboorte. Het Engels heeft hetzelfde woord, "Christmas", terwijl het Duits verwijst naar de wijding van dit feest: "Weihnacht".

Juist dat wijdingsvolle, dat gevoel, die intuïtie voor het sacrale is uit de grotendeels geprofaneerde samenleving van deze tijd (tweede helft 20ste en 21ste eeuw) weggeëbd, maar ook met opzet verdrongen en verdreven. Toch doet zich de jongste tijd een schuchtere heropleving van die zin voor wijding en eerbied voor, in én buiten de grote godsdiensten, met name de katholieke Kerk. Daarnaast is ook het oude Germaanse Joelfeest of de Winterzonnewende zich blijven handhaven. Maar dit alles botst, evenals het al tientallen jaren herlevende volksnationaal bewustzijn, hard tegen het onbegrip en de onverschilligheid die het harde materialisme en de verregaande onwetendheid van deze zieke tijd hebben meegebracht. De commercie, die al het waardevolle, het geestelijk gerichte, het hogere heeft verdrongen of gebanaliseerd, heerst over de Westerse, Europese en Amerikaanse samenleving. Onze tijd lijdt aan een zware, besmettelijke ziekte! De slaafse en burgerlijke mentaliteit van een groot deel van de Europeanen is de beste voedingsbodem voor deze kwaal van cultuurverval. Eén van de ergste fouten en nalatigheden is het volkomen in gebreke blijven van de belgische -en in dat versleten spoor ook de "Vlaamse"- overheid.

De hevige sneeuwval en de vrieskou die de voorbije tien dagen, in feite nog vóór de eerste winterdag (21 december), Europa teisterde, hebben in Vlaanderen (Brussel inbegrepen) en Wallonië een zeer fundamenteel-chistelijk én gevoelig-humanitair probleem weer op de voorgrond gebracht: de levensbedreigende nood van de daklozen! Voor deze mensen, die door de hoogste materiële nood worden getroffen en bovendien nog de pech hebben dat het barre winterweer juist in de kerstvakantie valt, stelt niemand "minder" dan Albert II, de Coburger, twee van zijn appartementen in de Ardennen (...) ter beschikking van daklozen... De belgische, volksvreemde vorst suggereert daarmee niet minder en niet meer, zij het op subtiele wijze, dat de eigenaars van twee verblijven in koude dagen hun hart zouden opstellen... Eén van zijn (haar) twee (of méér) verblijven openstellen voor daklozen en noodlijdenden is een te waarderen gebaar, maar toch blijft de schijnheiligheid van onze, nog enkel bij naam "christelijke", maar zelfingenomen en burgerlijke samenleving samenleving, hier overeind. Hoe rijker veel zelfingenomen "senioren" (+ 55...?) worden, des te minder begrijpen ze waar het écht om gaat, zoals de tegenover de Vlaamsgezinden niet al te vriendelijke Jacques Brel terecht zong: "Les bourgeois, c'est comme des cochons, plus ça devient vieux, plus ça devient bête..."

Over deze "belgische" vorst (of "hansworst") lees ik in mijn elektronische brievenbus een schampere "visie" van ene Bart Caron, die ik kan beamen, al is mijn "benadering" van die Duitse franskiljon merkelijk negatiever en vijandiger (en dat op kerstavond...!): "De koning daarentegen kan zijn twee appartementjes wellicht wel missen in de kerstdagen. Hij heeft hier en daar nog een bescheiden stulpje staan, zelfs een drijvend onderkomen. Een beetje sympathie winnen bij de belgen kan trouwens nooit kwaad. Met dank aan de daklozen! In het koninklijk paleis zelf is er ook nog een beetje plaats. Dat zijn redelijk propere zalen, goed verwarmd en nog tamelijk groot. Dan hoeft Pieter De Crem de moeite niet te doen om kazernes open te stellen, al zijn die 320 legerbedden ook wel nuttig. Die zullen wel Spantaanser zijn zijn. Onderrussen kunnen de daklozen ook terecht in stations. Die sluiten niet op feestdagen....

Als tegengewicht tegen al die belgische hypocrisie, uitgegalmd, plaats ik het sterke gedicht van de Dietse dichter en voorman Wies Moens:

INCANTATIO---------------------

Van al het echte, nu zo ruw vertrapt,
al 't grote dat men rukte neer,
het goed' en schone, wredelijk ontluisterd,
wil ik steeds weer
de zegger zijn.
Terwijk ik d'oude, heldre namen spreek
van wat er ligt vertreden en beschadigd
zal keer aan keer
het Leven zich 'oprichten
uit den doem der eeuw:
een schip dat tilt z'n boeg
boven het schuim;
de boegfiguur
geheel van goud en morgenlijk azuur.

Moge voor mijn volksbewuste, Dietse en nationalistische vriendinnen en vrienden het jaar 2010 ons een eind verder voeren op de weg naar Zuid-Nederlandse onafhankelijkheid, stapsteen naar de hereniging der gescheiden Nederlanden, in een Heel-Nederlandse Volksstaat!

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland