vrijdag 11 september 2009

September


September is, naast oktober, één van de dierbaarste en meest inspirerende maanden voor dichters en andere kunstenaar. Het tanende, weemoedige licht, de vroegere avondval, de eigen flora met herfstasters bijvoorbeeld en het geleidelijk wijken van de vakantie-hysterie, nu miljoenen kleine kinderen en jongeren een ander, meer geordend bestaan moeten aanvaarden, het zijn allemaal signalen van de naderende herfst, het duisterende najaar. Zoals andere dichters en prozaschrijvers werd ( en word) ik bij het naderen van de herfst geïnspireerd, steeds tot melancholische, weemoedige en ook zwaarmoedige verzen. Ik haal twee kwatrijnen aan uit mijn jongste bundel, "Gebleven is de Adel" (2006):

Nazomer
------------------
Trager en vromer eenden en zwanen
donker geuren rododendrons, kleuren tanen
want alles wordt verglijden thans
in nazomer van goud, van oude glans.

Herfstdag
-----------------
Nu wordt de herfst een kostbaar schrijn
van goud en brons en bruin
met wierooknevels in verstilde lanen
en op de vijver de getrouwe zwanen.

Naast beroemde herfstgedichten, als "Koortsdeun" van Karel van de Woestijne en "Die Blätter fallen, fallen wie von weit" van Rilke, zijn er honderden die ik zou kunnen aanhalen. Ik beperkt me tot twee van de grootsten uit de Nederlandse literatuur: Adriaan Roland Holst (1888-1976) en Jan van Nijlen (1884-1965), deze keer eens niet Anton van Wilderode, de weemoedige én moedige Waaslander, die ik al dikwijls heb geciteerd.
-----------------------------------------------------------------------------------------------

Een kwatrijn van de eenzame, grote dichter Adriaan Roland Holst:
----------------------------------------------------------------------------------------------
Het najaar waait de duistere landen
regenend over en oneindig groot
zijn de verlatenheden van de dood.
Bleek schuimt de zee over de lage stranden.
-------------------------------------------------------------------------------------------------
Jan van Nijlen:
----------------------

Herinnering
--------------------
't Is in september, in de bonenstruiken,
als de avond zacht is dat de sprinkhaan zingt.
De lucht wordt groen, mijn moeder sluit de luiken
van 't oude huis waarboven Venus blinkt.

Melancholie
-------------------
De zomer ging, de wielewaal vertrok
zoals de Feniks en de vogel Rock.
Eén blijft me trouw, die ik des avonds zie,
mijn makker uil, vogel Melancholie.

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland