donderdag 21 augustus 2008

Rodenbach tegen België in 1879!


Nu onze zevende IJzerwake voor de deur staat en aangespoord door mijn jonge Voorpost-vriend Björn Roose - die weer eens actief is in Steenstrate en het weemoedige, epische gedicht 'Ter Venster', één der mooiste van Albrecht Rodenbach op 16 oogstmaand jl. op zijn blog plaatste - wil ik hier het gedicht, dat de poëtische studentenleider op 29 oktober 1879 neerschreef als eerbetoon aan het zangtalent van Jan Frans Willems' dochter, afdrukken. Let eens op de term "apenras" - nu, en al jaren veel gebruikt voor dit apenland - die dus veel ouder is dan Marc Eyskens, ooit eersteminister van hetzelfde on-land, wilde doen uitschijnen. De schimpscheut op de slechte staat, de oproep om hem te bestrijden, was ongehoord in die tijd, nu 130 jaar geleden. Toen de dichter dit schreef: "Nog leeft die zelfde domkop van een Staat", bestond België 49 jaar, nu zijn er dat 178 geworden... Gelove wie 't geloven kan...

Op het album van wijlen Jongvrouw Pauline Willems, J.Fr. Willems' dochter
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een album, duur familiestuk, op elkeen der omgulde
tabletten, eenen dichterlof, of eene kunstnaarshulde
bewarend dietscher zangrigheid en schoonheid toegewijd:
wien mag het niet verbazen die ons land kent en den tijd!

Zoo naâr ligt dus een tijd nog dat er vlaamsche zangsters zongen,
wijl, om ze te vereeren, kunst en hoofscheid samendongen!
- Ja, zulks hadt Gij bewrocht rond u, die, moedermensch alleen,
ons volk ontwiekt met vrije woord - gaaf die met u verdween.

Hewel, wat was kan zijn, en wat geweest is kan herworden.
Nog leeft wel 't apenras van wie uw stemme tegenmorden.
Nog leeft die zelfde domkop van een Staat, en item leeft
een bisschop die ons banvloekt als hij slecht genoenmaald heeft.

Des niet te min - integendeel! - vooruit, het nijdig streven
van Vlaanderens taaiheid! Willems naam als strijdleus aangeheven,
en eens zien wij ons Vaderland in vrije bloeite staan,
- ofwel eens springt het boelken van 't jaar '30 naar de maan.

29 Oct. 1879

Al is dit lof-, schimp- en strijdgedicht van de levenwekker der Blauwvoeterie, van de hele latere, nationalistische Vlaams-Dietse studentenbeweging ook, als lyrisch gedicht niet zo goed en al moeten we over de archaïsche spelling en verwoording even heenklimmen, toch was dit een zeer zeldzaam geluid in de 19de eeuw. Het liep vijftig jaar vooruit op het anti-Belgische, volkse en Groot-Nederlandse nationalisme van het AKVS en van het groeiend verweer van de hele Vlaamse beweging in het interbellum. Voorlopers van Rodenbach, de letterkundigen en herontdekkers van onze kostbare oudere literatuur en van onze ongemeen rijke volksliederenschat, de door Rodenbach in het gedicht bewonderde Jan Frans Willems ("
vader der Vlaamse Beweging"), Ferdinand Augustijn Snellaert, Karel Lodewijk Ledeganck en Prudens van Duyse, waren weliswaar Orangisten - voorstanders van de eenheid tussen Vlaanderen en Noord-Nederland, maar zich zo scherp uiten tegen België was er bij hen nog niet bij! Voor die vroege strijdkreet was een Rodenbach, een romantisch, episch-heroïsch genie in zijn grote historische dichtstukken, o.a. in "Ter Venster" (door Roose nog eens opgediept op 16 oogst jl., "Fierheid" ("Sinds lang bevocht de grave Gent..."), "Sneyssens" ("Afgrijselik, in den valen sching van 't zwartgestreepte westen"), "Ter Waarheid", "De Coninck verlost" en "Brutus' visioen". Daarvan haal ik er de volgende weken nog eens eentje (...) te voorschijn.

Alvast aan hen die dit lezen: een strijdbare én dichterlijk-romantisch IJzerwake gewenst. Hopelijk zijn we met velen. Het is een plicht voor de volkse heropstanding en bevrijding!

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland