maandag 26 januari 2009

Duivelse gruwel tegen weerloze kleine kindjes: vanuit de leegte...


De gruwel was, vorige vrijdag 23 januari jl., zo duivels boosaardig, daar in Sint-Gillis-Dendermonde - waar twee van de besten van ons volk én vrienden van jeugd en kinderen, werden geboren en leefden: Lode Dosfel en Wies Moens...-, dat alle gestroomlijnde, "correcte" kranten en radio- en televisie-zenders het moorddadig optreden van een waanzinnige "jongen van deze tijd" breed uitsmeerden en uitbazuinden...

Mijn antwoord op deze demonie is datgene dat ik geregeld in gedichten, artikels en toespraken verwerk: de macht van de leegte en haar ingrijpen in de zieke geesten van jongeren als die van de dader uit Sinaai-Waas. Het ontbreken van een op het betere, het schone, het hogere gerichte opvoeding in dit al even zieke landje: het ontbreken van idealen, van de "Liefde en Schoonheid", zoals een andere, diep-christelijke en Vlaamsgezinde kindervriend, Ernest van der Hallen, die voorhield. Het kostbare, het pure van een klein kind is in deze onzalige, extreem materialistische tijd, nu ook al bedreigd en noopt tot haat (een soort "wraak" (?) tegen de kleinsten, de liefsten..., de totaal weerlozen en onschuldigen. Daarmee verzeilen we in de eindtijd, die van "het Beest", uit het Boek der Openbaring, de Apocalyps van Johannes!

Om een veel juister, dieper en beter licht te werpen op de leegte, het gebrek aan eerbied voor het kind dat onze sombere tijd ook al kenmerkt, citeer ik hier Ernest van der Hallen, uit zijn onvolprezen historische roman "Kroniek der Onnozele Kinderen" (1947), Nests voorstelling van de "Kinderkruistocht" (1212). In een ontroerende ballade heeft dichter en essayist Martinus Nijhoff dit thema eveneens verwerkt en in 1973 publiceerde de Noord-Nederlandse jeugdschrijfster Thea Beckman haar - veel gelezen - "Kruistocht in spijkerbroek".

Laten we nu eerder Ernest van der Hallen -wier persoonlijkheid, oeuvre en boodschap de jongste jaren aan een "renaissance" zijn begonnen- met veel aandacht lezen:

"Het kind, waarde vrienden, is iets van het zeldzaam edele en ongerepte dat deze vreselijke tijd ons gelaten heeft. Zolang ook kinderen deze aarde bevolken vindt Gods oog een schepsel waarop Hij met welbehagen kan neerzien, en zal Hij allicht bereid zijn, als in de jaren van Sodoma, de wereld en haar leven te sparen. Eens zal de aarde geoordeeld worden door de kinderen; de geest van het kind zal gericht houden over de geest van de wereld. Vreest dus de kinderen die onschuldig zijn, zacht en liefelijk, maar tevens vreselijk omdat ze eens over u recht zullen spreken. De vragen ie ze u zullen stellen zullen zo eenvoudig maar tevens zo vreselijk zijn, dat alle spitsvondigheden u zullen ontvallen en uw antwoord enkel ja of neen zal kunnen luiden. Eebiedigt dis het kind, ziet het aan in zijn opgerepte gaafheid; vreest het en hebt het lief. Nadert het met schroom en overweegt de woorden die gij tot zijn ziel wilt spreken, want het kind is bereid elk woord te aanvaarden en te geloven, niets te verwerpen of te betwijfelen van wat uw mond spreekt, ieder te volgen die het tegemoet treedt, zich over te geven aan wie het bij de hand vat.

Weest mild en goed voor het kind, hebt het lief zonder het kind zonderuzelf in het kind lief te hebben; er zal een ogenblik komen in uw leven waarop gij het kind niet zult kunnen aanzien zonder te moeten worstelen tegen uw tranen.
"

Deze laatste ontroering overviel me in de zomer van het voorbije jaar, toen ik op straat zo'n heel klein peutertje (2-3 jaar) naar een ouder zag toe lopen, dolgelukkig.... De twee kindjes die de obscure jongeman in Dendermonde doodde waren nog kleiner... Het verblijdende tafereeltje op straat inspireerde me tot volgend gedicht, dat ik hier voor het eerst afdruk:

Kleine wonderen
---------------------------
("Noch ist uns das Dasein verzaubert,
an hundert Stellen ist es noch Ursprung.
"
Rainer Maria RILKE
-----------------------------------------------------------
Wondermooi zijn de heel kleine kinderen,
doelloos lopend, haartjes wuivend in de wind.
Niets zal hun volle vaart ooit hinderen.
Zij lopen naar je toe, lachend en gezwind.

En valt er eentje... pardoes over een steentje,
dan gaat het kleine, felle stemmetje omhoog:
zulke kracht uit zulk klein keeltje.
Ik zie de traantjes kleuren als de regenboog

in haar brilletje de verre wijde tonen
tot slakke tinten samendrukt. Héél hoog
ziet 't kleine meisje zachte kleuren komen:
paars, oranje, blauw boven de bomen.

De waterlanders smelten weg. Het mondje
gaat lachend open en de oogjes stralen
zo blij verwonderd als geen ander rond je.
De regenboog gaat hemels nu verdwalen;

Zomermaand 2008
--------------------------------------------------------------------------------------

Tegenover de ongehoorde gruwel plaatste ik de verwondering, de eerbied, de liefde en de schoonheid, zoals Nest van der Hallen dat vóór mij deed!

Mijn vorige poëtische blogtekst, over wintergedichten, dateert reeds van 2 januari. Bijna een volle maand! Maar ik wil mijn leven in het poëtische Uropia beteren. Binnen enkele dagen bezorg ik een tekst over de bizarre, satirische en wonderlijk-expressionistische schilder en graficus én achterneef: Luc Verstraete.

Mag ik de lezers die van - écht vloeiende, beeldende - poëzie houden, nogmaals mijn jongste dichtbundel aanbevelen: "Gebleven is de Adel" (2006), met lyriek, balladen, herinneringen, kwatrijnen, stemmingsgedichten en vertalingen (uit de Duitse poëzie!). Daar ik, wegens het feit dat die bundel bij een "niet erkende" (!?...) uitgeverij verscheen, maar zeer esthetisch en vier met fijne houtsneden van Wim De Cock, kan ik geen boeken verkopen in de reguliere (...) boekhandel, wel met eigen middelen, tijdens voordrachten en lezingen... Daarom mijn beroep op goedgezinde en voorname mensen (die mijn lezers zijn...). Zij kunnen mijn boek tegen storting van 20 euro ( op rek. nr. 979-6189 508-40 van Erik Verstraete (Jos Ratinckxstraat 17, 2600/ Berchem; tel. 03-448.41.09).e-post: erikverstraete@telenet.be

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland