vrijdag 11 januari 2008

Hendrik Carette: romantisch dichter, Diets aristocraat, erudiete spotvogel (11 Louwmaand 2008)



Mijn geestverwant en poëtische collega Hendrik Carette, wiens Dietse plooi er sinds zijn jeugd in het Algemeen Diets Jongerenverbond (ADJoV, de jaren 1960) niet meer uit te strijken valt en die zichzelf, toch enigszins overdreven, "de meest onderschatte en ondergewaardeerde dichter van de Lage Landen" pleegt te noemen, heeft in 2006 opnieuw zijn zeggingskracht, zijn fameuze erudiete ironie en zijn "mystieke drang" naar heldhaftigheid bewezen met zijn dichtbundel "Gestolen Lucht". Die eerder vreemde titel ontleende Hendrik aan Ossip Mandelstam: "Ik deel de hele wereldliteratuur in werken in die mét toestemming en die zonder toestemming zijn geschreven. De eerste categorie is ROMMEL, de tweede is GESTOLEN LUCHT. (....)"

Carettes "gestolen", maar voor mij meestal fascinerende en zelfs bedwelmende, lucht stijgt op uit elk van deze - ongewone - gedichten. Deze dichter verheerlijkt "het échte, grote, goede en schone", zoals Wies Moens - die toch ook, naast diens vriend Joris van Severen, een leermeester voor hem moet zijn - dat doet in het grote, programmatische gedicht "Incantatio" (uit 'De Verslagene', 1963). Carette doet dit echter op een "modernere" wijze:

relativerend, ontluisterend én verheerlijkend, steeds weer ironiserend, kortom in een soort tegendraadse, rebels-romantische toonaard. Zijn tragische, machteloze hang naar heroïek draagt deze gedichten. Een sterk voorbeeld van zijn mystiek- heroïsche zelfspot is het openingsgedicht "De laatste romanticus", dat ik - al wilde ik dat zo graag - niet in zijn geheel citeer omdat ik dit blog-stuk wil besluiten met een ànder, écht groot gedicht... Uit "De laatste romanticus" dus: "Zijn leven wemelde van de krassen en verwondingen en doorhalingen/ want zijn geest was ooit onbevreesd en gloeiende geweest.// De laatste romanticus te zijn/ die Lohengrin heeft gezien, de zwaan en de Graal." Het doet denken aan "Heimwee" van die andere "Hendrik"... jawel, Marsman: "...en die een krijgsman had willen zijn in de hartstochtelijkste aller tijden/ moet thans in late, verwilderde woorden gewagen van eeuwen/ die versomberden tot verhalen - duister en vurig -/ van Kruistochten en Kathedralen."

Deze hang van een "brave" burger, tegelijk nonkonformist én rebel zoals Elsschot, naar een onbereikbaar heldendom, uit zich ook in een fel verlangen naar het "grotere, schonere" verleden en Rodenbach is nabij! Grootse, heroïsch gedichten, zonder Carettes typische (zelf)spot, vind je ook in 'Gestolen Lucht'. Het sterkste, naar mijn oordeel, is "Het ondergrondse leger van keizer Qin Shi Huang" Ik neem het hier graag, in zijn geheel op:

Het ondergrondse leger van keizer Qin Shi Huang
-------------------------------------------------------------------
Wij zijn de mannen met de stijve haarwrong,
met het lederen harnas en ja, de jade stokken
en de dreunende trom.
Wij zijn de staande soldaten soldaten, opgedolven uit
grondlagen van aangestampte aarde.
Hoe schitterden onze bronzen helmen en speren
rondom de drakenkroon.
En hoe vielen onze pijlen in zwermen op de vijand
en verdonkerden als donderwolken de hemelzon.
Wij zijn de wachtende soldaten, in rijen van vier,
met achter ons de wachtende paarden
aan de viermaal aangespannen vierspannen.
Wij zijn de zandstuivers van de infanterie
en van de voorste tot de achterste linie
staan wij in slagorde bereid voor de dreigende strijd,
want wij dragen de standaarden en de hoge vaandels.

Elke politiek-correcte, bleke pacifist kan hier militaristische en zelfs fascistische trekjes ontwaren. Het zal mij, evenmin als de dichter Carette en de fameuze Voorposter en Belanger Björn Roose -die dit met genoegen leest en op mijn, door hem voorbeeldig verzorgde, Diets-"fascistische" blog plaatst - een zorg wezen.

De trouwe oud-gedienden van het ADJ(o)V, vooral dan de leider in die glorieuze dagen, Maurits Cailliau, nam dit gedicht op in zijn vorig jaar verschenen schitterende herinneringsboek "Een Prinsenvolk waardig".

Er valt over deze dichtbundel nog héél veel te vertellen, maar ik wil mijn teksten leesbaar houden, ze dus niet té lang maken. De komende weken en maanden zal ik er - uiteraard wéér met de hulp van de bereidwillige Voorposter en Groot-Nederlander Björn Roose - illustraties (tekeningen, houtsneden, foto's....) bijvoegen.

Eén eigenaardig, maar zeker waardevol detail onthoud ik u niet: aan zijn dertig hier gepubliceerde gedichten, voegt Hendrik nog een lijst toe van 222 titels van "reeds geschreven, ongeschreven en nog te schrijven gedichten, verhalen, brieven, manifesten..." Ik som er geen op, wie nieuwsgierig is, kan zich tegen 15 euro deze "Gestolen lucht" aanschaffen in de betere boekhandel of - wellicht zekerder - bij het Poëziecentrum, Vrijdagmarkt 36, Gent.

Het
fraaie boek "Een Prinsenvolk waardig - Historiek van en terugblik op het Algemeen Diets Jongerenverbond" is dan weer te verkrijgen door storting van 20 euro (verzending inbegrepen) op postrek. 000-1586 636-07 t.n.v. Stuurgroep Oud-ADJV, Paddevijverstraat 2, 8900 Ieper. Je kan het ook rechtsreeks bekomen bij Rik Nauwelaerts, Neuris 3, 2640/ Mortsel, tel. 03-440.55.26.


Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland