donderdag 21 februari 2008

Ernest van der Hallen: romanticus en christen van 't zuiverste goud


De lezers of bezoekers van dit "utopisch internet-boek" lezen wellicht ook 't Pallieterke, waaraan ik geregeld meewerk. In het nummer van deze week (woensdag de 20ste van deze mistige sprokkelmaand) vinden zij op bladzijde 5 een paginagroot artikel van mijn hand over Ernest van der Hallen. In de voorbije weken heb ik, op deze weblog, reeds twee maal aandacht gevraagd voor deze pure figuur uit de Vlaamse ontvoogdingsstrijd, van wie niemand minder dan zijn Lierse vriend Felix Timmermans ooit zei: "De Nest, dat is zuiver goud!": op 10 januari, onder de titel "Ernest van der Hallen en Anton van Wilderode", en op 25 januari, onder de titel "Ernest van der Hallen, katholiek bevochten door... katholieken".

Eigenlijk moet ik daar, voor wie het artikel in 't Pallieterke heeft gelezen én deze twee blog-teksten, niet veel essentieels meer aan toevoegen, al valt er nog zo veel te vertellen over de échte vernieuwer, de nonconformist, de radicale Vlaams-nationalist en de zuivere franciskaanse katholiek die "de Nest" is geweest. Ik wil me hier beperken tot een poëtische benadering van "de dichter", zoals Albe hem in een In Memoriam-gedicht terecht noemde. In zijn lyrisch proza, in zijn reisverhalen en in zijn bevlogen-romantische romans, met "De Wind Waait" (1932) als hoogtepunt, wàs hij een zeldzaam, vertellend dichter, wiens verheven en diepe religiositeit, wiens intense liefde en schoonheid deden denken aan andere groten uit de Europese romantische dichtkunst, met name aan de aan TBC bezweken Duitser Novalis (Friedrich von Hardenberg, 1772-1801) en aan de grote Engelse romanticus John Keats (1795-1821). Diens kerngedachte, uit een brief aan een vriend, geldt ten volle voor Nest van der Hallen: "I am certain of nothing, but of the holiness of the heart's affections ans the truth of imagination" (Van niets ben ik zeker, behalve dan van de heiligheid van de affecties van het hart en van de waarheid der verbeelding!). Wonderlijk-romantisch, idealistisch, maar zuiver en waar en geheel wars van deze ontredderde en harde tijd! De adel, het rechtvaardigheids- en schoonheidsgevoel, de warme liefde van zijn oprechte hart: die deugden waren in Nests tijd al zeldzaam, maar zijn het nu nog veel meer.

Het pijnlijkste van alles is wel dat de overheid van de katholieke Kerk, wier geloofsleer, liturgie en moraal hij zo trouw en spijts alle tegenwerking heeft voorgehouden aan zijn lezers en aan de Vlaamse studentenbeweging, juist hém heeft gefnuikt en gebroken. Waarom? Omdat hij een zelfstandige Vlaamse en nationaalbewuste studenten- en jeugdbeweging, in het spoor van Rodenbach, verdedigde en steunde. In Van der Hallen heeft een verpoliekt, belgicistisch episcopaat het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond, het roemrijke, diep-gelovige AKVS, vervolgd en gebroken, omdat de leiding ervan zich sedert 1925 had bekend tot het Vlaamse en in wezen ook (Groot-)Nederlandse nationalisme, terwijl juist die Kerk het recht op zelfstandigheid van onze jeugd en van ons volk had moeten steunen en verdedigen!

Toch is de Nest trouw gebleven aan zijn geloof in de Kerk, gedreven door zijn eerlijk en warm hart, door zijn drang naar Liefde en Schoonheid. Hij bleef, in boeken, in handelen en spreken rechtvaardig én vergevensgezind, ook tegenover hen, priesters en leken, die hem en de vele Vlaamsgezinden op zijn begrafenis, ook na zijn ellendige en pijnlijke dood, met haat en spot bejegenden. Vanuit een volksvreemde, verliteratuurde mentaliteit liet een priester en letterkundige zijn nagedachtenis besmeuren en dan nog achterbaks, met de vaardige pen van een vooraanstaand Noord-Nederlands schrijver, die Nests ingetogen uitvaart "een betoging van een greep zwarten" noemde... Beiden zijn reeds lang overleden en zélf wil ik, in de geest van de prachtige vergevensgezindheid van de Nest in het "Geestelijk Testament" op zijn doodsprentje, hun namen niet meer noemen!

Ontmoetingsdag in Lier
------------------------------------

De tijden zijn veranderd en met een groeiende Vlaamse én - zij het in mindere mate Dietse - bewustwording en ontvoogding is Ernest van der Hallen niet vergeten en is zijn grote waarde voor onze geestelijke ontvoogding, met name in de literatuur, de jongste tijd meer erkend dan eerder. Daarvan getuigt, nu zaterdag 23 februari,de

VAN DER HALLEN-ONTMOETINGSDAG

in LIER

n.a.v. 60ste verjaardag van het overlijden van jeugdbezieler en Pelgrimschrijver Ernest van der Hallen

---------------------------------------------------------------------------------

15 u. Bijeenkomst bij het grafmonument op kerkhof "Kloosterheide" te Lier (deelnemers die per trein komen worden onthaald aan het station van Lier, tussen 14 en 14.30 u.)

Aan het graf wordt het woord gevoerd door:

- Rien Vandenberghe, nationaal praeses KVHV;
- Lode van Dessel, oud-burgemeester van Nijlen, over de recente restauratie van het monument;
- Guido Van der Meersch en Erik Verstraete, namens de Van der Hallen-Gemeenschap.

17 u. Eucharistieviering in de Sint-Pieterskapel (naast Sint-Gummarus).

Daarna: ontmoeting in het Vlaams-Nationaal Centrum, Berlarij 80, Lier; zangavond in zaal Kempenland te Nijlen.

Ik besluit deze ode aan één van de grootsten uit de Vlaamse, dus ook Nederlandse, volksontvoogding met een citaat uit zijn "Brieven aan Elckerlijc", dat aantoont hoe Van der Hallens bekommernissen actueel en tijdloos waren en zijn:

"Het is een ontzaglijk voorrecht in een tijd als deze het geloof in de geest en in het irrationele hoog te houden, nu voor miljoenen nog enkel de mystiek van het getal en van de motor geldt. Het is een voorrecht het geloof in de eeuwige waarden te prediken; de strijd aan te gaan tegen de duistere machten der verwording en der ontaarding; de adel en de schoonheid te herstellen tegen de dwang der banaliteit en der lelijkheid".

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland