dinsdag 25 december 2007

Wies Moens: Gang ter Kribbe

Voor kerstdag - én voor de hele kersttijd - koos ik een sterk, strijdbaar gedicht van mijn oude vriend Wies Moens, aan wie ik een drietal boeken wijdde. In Gazet van Antwerpen - nu onvoorstelbaar - mocht ik in januari 1972 een volledige bladzijde over deze grote dichter en Dietse voorman, banneling in het Nederlands-Limburgse Neerbeek, schrijven! In 1973 verscheen mijn kleine, literaire monografie over hem, in december 1984 het dikke Gedenkboek en in 1998, bij de honderdste verjaardag van zijn geboorte, stelde ik, met Edwin Truyens, de catalogus samen bij de tentoonstelling in het ADVN te Antweren.

Ons begeleidt niet der engelen Gloria-zang.
Er is geen ster, geen hemels citerspel.
Duister de weg ter kribbe, laag de lucht
en nevelflarden, slierend over 't veld.

Grindpad en keien: dat vliedt maar onder den voet!
Bomen schuiven voorbij, en wat in den donker
blijft onherkenbaar: lichtloze stulp
of scheefgezakte schelf.
Rukken wij voorwaarts? Komt er het doel van den tocht
zélf naar ons toe?
Niemand klaart het geheim.

Geen lied van Serafs in de lucht,
geen klank van violen.
Slechts de doffe stap van twee kameraden
stoort de stilte der Nacht;
de stap van twee soldaten,
elk met zijn kwaad belaân,
elk met een vlam in 't hart:
den God die wordt geboren in een woel'gen tijd
haastig om kracht te bidden voor den groten kamp.

De schansen roep!
Waatren van nood en ondergang
bestormen wild der wereld oude dijken.
Paarden der steppe gelijk, steigren de bare' overal!
Wij staan op een landtong, ver in zee,
door schuim ombrand en wind:
twee makkers in 't geweer op een verloren post.

Stonden wij stil? Wij gaan alweer, wij gààn.
Willen het Kind zien van de zuivre Maagd,
waar 't rust tussen herders en dieren;
treên, met Zijn lach in het hart,
onder de strijdbanieren:
twee uit de honderden, twee uit het stout regiment
dat géén verloren posten kent,
maar zwijgzaam, verbeten,
worstelt tegen duivel en hel,
om een stuk van het Godsrijk
op deze lage, zompige gronden
aan de grijze zee!
(Uit 'Golfslag', 1935)

Graag reacties hierop, met enige inhoud a.u.b. Voor de komende dagen denk ik aan René De Clercq, Aleidis Dierick en eigen poëzie. Ik wens ten slotte alle lezers van dit domein - een vreemde eend of witte raaf in dit commerciële internet-gedoe - een zalige kersttijd en een weerbaar, alert en onbedaarlijk anti-Belgisch en Nederlands nieuw jaar!

1 opmerking:

Unknown zei

bedankt voor het sterke gedicht van W.M. en voor de feestwensen.
In 2008 veel sterkte en volharding, Erik, en dat onze Vlaamse plankzeilers je strijdbare blog spoedig mogen ontdekken!

Tot kijk.

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland