vrijdag 29 februari 2008

Ernest van der Hallen: hernieuwde aandacht voor romantisch idealist !


Het is wonderlijk en zeldzaam in een -vrij harde en materialistische- tijd als de onze dat een bij vele Vlamingen, ook bij flaminganten en nationalisten, vergeten of "weggedeemsterde" romantische idealist als de schrijver en jeugdbezieler Ernest van der Hallen (1898-1948) opnieuw veel aandacht krijgt. In de eerste vijftien-twintig jaar na zijn vroege dood, op 24 februari 1948, trokken geregeld jongeren en ouderen naar zijn grafmonument op het kerkhof Kloosterheide, bij Lier, maar in de jaren 1960 en '70 verminderde dat. Zestig jaar na zijn dood is de historische afstand zo groot geworden dat de -onterechte - vooroordelen zijn weggevallen. Zo is er bij een kern van jongeren, met name bij studenten van het KVHV een heimwee gegroeid naar de vernieuwende romantiek van "de Nest", met name een zelfstandig werkende jeugd- en studentenbeweging - wat hem de woede van het belgicistische episcopaat op de hals haalde! -, trektochten in de natuur, bouworde, dienstverlening aan noodlijdenden en een authentiek, franciscaans christendom! Uit al die nieuwe, anti-burgerlijke stromingen en levenshoudingen die Van der Hallen belèèfde en aan duizenden jongeren, via contacten én boeken, doorgaf, blijkt van welke onschatbare waarde zijn leven en zijn opvoedende arbeid voor de toekomst van Vlaanderen en voor de Vlaamse ontvoogding is geweest. Pas nu beginnen enkele bewuste intellectuelen én studenten dat echt te beseffen !

Zo wijdt sedert enkele jaren prof. Dirk De Geest in zijn cursus Nederlandse literatuurgeschiedenis aan de KU-Leuven, in het hoofdstuk over het interbellum, aandacht aan het werk van Ernest van der Hallen en leest hij ook fragmenten uit o.a. "
Vertelsels in Juni", een treffend voorbeeld van lyrisch proza. Anderzijds belicht hij ook de door Van der Hallen, Timmermans en Flor van Reeth in 1924 gestichte Pelgrimbeweging voor een vernieuwing en modernisering van de religieuze kunst.

Anderzijds heeft Lode van Dessel, oud-burgemeester van Nijlen, in de voorbije jaren gezorgd voor een fraaie restauratie van het grafmonument van de schrijver, een Kempisch kapelletje met heldenhuldezerk, werk van Nests vrienden Flor van Reeth en Remi Lens. Het bewijs dat er weer meer belangstelling en bewondering voor deze nonconformist, idealist en Vlaams-nationalist, werd geleverd door de twee voorbije herdenkingen, n.a.v. de 60ste verjaardag van zijn overlijden op 24 februari jl. Veel Vlamingen -en niet alleen de traditionele Vlaamsgezinden- schaarden zich rond het graf op zaterdag 23 februari. De organiserende verenigingen, de Van der Hallen-Gemeenschap en het KVHV, brachten wel een 150 "
pelgrims" - om in de geest van Ernests vernieuwende kunstbeweging "De Pelgrim" te blijven - samen. Ook voor de herdenking door Voorpost, op zondag 16 maart, is er veel belangstelling.

Ernest van der Hallen was een romanticus en een nonconformist van het zuiverste water. Zijn beste vriend, Felix Timmermans, zei het als volgt: "
De Nest, dat is zuiver goud". Die romantische glans, die typische drang naar de verte, naar het verleden, maar vooral meer schoonheid en liefde tussen de mensen, raken het hart en de ziel aan van de ontvankelijke lezer van met zijn idealistische romans, vertellingen, sprookjes, reisverhalen, biografieën van kunstenaars en heiligen en vormende brieven. Ik noem slechts de voornaamste: 'Sprookjes uit den Zomernacht' (1924) 'De wind waait' (1932, 77.000 exemplaren verspreid!), 'De aarde roept' (1934), 'Brieven aan Jonge Vriend' (1932), 'Charles de Foucauld' (1937), 'Tussen Atlas en Pyreneeën' (1938), 'Vertelsels in Juni' (1944), 'Brouwer' (1943, over de schilder Adriaan Brouwer), 'Kroniek der Onnozele Kinderen' (1947) en 'Brieven aan Elckerlijc' (1947). Die herontdekking van Ernest van der Hallen toont aan dat studenten, jongeren én ouderen nood hebben aan een zuivere figuur, die weer moed, geloof, liefde en schoonheid kan schenken, dat er dringend een tegengewicht nodig is, een tegengif tegen de nu heersende middelmatigheid op alle gebied, tegen de leegte!

"De Nest", de muziek en het lied!

Na deze synthese van de schrijver en voorman Van der Hallen, wil ik hier even het verband toelichten tussen zijn persoonlijkheid, zijn werk en de muziek en het (volkse) lied. En dat bestààt. Er zijn wel geen liederen op gedichten - hij publiceerde weinig of geen gedichten - of teksten van hem gecomponeerd, toch is er één lied, dat is geïnspireerd door het populairste boek van de Nest, het zwerversverhaal 'De wind waait'. Neel Vingeroets schreef de tekst, een dichterlijke evocatie van het boek en hij schreef er ook de muziek voor. De tekst luidt als volgt: "
Mijn paardeken trekt stapvoets de wagen voort,/ langs de bosrand op 't zandige pad./ Ik trek als een zigeuner de streken door;/ 'k zei het leven vaarwel in de stad. (refrein:) Want hier waait de wind, de wind waait,/ voert de geur mee van den en van hei./ Want hier waait de wind, de wind waait,/ al de dagen en maanden voorbij." Dan volgen nog een tweede (over de speelman) en derde strofe (over de vertellende sprookjesvrouw). De muziek is opgewekt en voor stapmaat geschreven. Het zou wel eens mogen worden gezongen worden op ons Zangfeest. Dit jaar was het wat te laat om Van der Hallen en zijn werk, o.a. het ontroerende "Sprookje van de knaap met de drie gouden harten" uit 'De wind waait' als voordracht, nog in te schakelen. Ik heb er wel voor gepleit.

In verscheidene werken laat de auteur de muziek en meer concreet rondtrekkende muzikanten of speelmannen, zoals in 'De wind waait', én musici voor een publiek, zoals de cellist en de pianist in 'De aarde roept' een rol spelen. De sfeervolle 'Vertelsels in Juni' zijn "
verhalen van muziek en dood". Zelf speelde hij, in de stille wijding van zijn piepklein "Ruusbroec-huisje" op het Lierse begijnhof, graag voor vrienden en jongeren, op zijn harmonium: Bach, Schubert en Gregoriaans... En reeds van in het begin der jaren 1920, toen vele studenten en scholieren hem daar kwamen opzoeken en om raad vragen, trok hij met een groep jongeren naar de dorpen rond Lier en verder om, zingend en begeleid door mandolines en gitaren, aan de kerken na de hoogmis op zondagvoormiddag de liefde voor Vlaanderen te prediken. Met de vervolging van de activisten en in sfeer van ontreddering na de Eerste Wereldoorlog, waarbij Vlaamsgezindheid het ook al moest ontgelden, was er grote nood aan herbronning en herstel van de Vlaamse (studenten)beweging, met name van het AKVS, dat later in de jaren 1930 door de kerkelijke overheid werd gefnuikt. Dat was de bitterste ontgoocheling van Van der Hallens leven.

Zingen -al viel het zélf zingen hem wel eens zwaar door zijn astma-crises- verblijdde hem altijd, op de vele gouw- en landdagen van het AKVS en op jeugdkampen bij het vuur. Hij zat dan, zalig glimlachend zijn pijp te roken. Dan kreeg zijn rustig verhaal de nodige wijding en aandacht. De Nest was een begaafd spreker, met de nodige idealistische bezieling, maar ook met humor en enig acteertalent.

Ik besluit met een citaat van Van der Hallen, dat a.h.w. voor deze tijd is geschreven: "
Het is een ontzaglijk voorrecht in een tijd als deze het geloof in de geest en in het irrationele hoog te houden, nu voor miljoenen mensen nog enkel de mystiek van het getal en van de motor geldt. Het is een voorrecht het geloof in de eeuwige waarden te prediken; de strijd aan te gaan tegen de duistere machten der verwording en der ontaarding; de adel en de schoonheid te herstellen tegen de dwang der banaliteit en der lelijkheid".

Je ziet de Nest helemaal voor je (geestes)oog, als je volgend gedicht van zijn goede Lierse vriend, de dichter Jozef L. (Jef) de Belder leest:

Herinneringen aan de dode vriend
------------------------------------------------
Herinneringen aan de vele tochten
met je bootop de Nete, als zwevend over de dijken
in de zon. En de weiden en het verre bos
en de namiddag over het land. En dan de vrede in je kamer
onder de bomen bij het rustig-ademend harmoniumspel
dat Bach of Schubert of het Salve Regina vertolkte
wanneer de avond mild werd voor de enkele vrienden
voor wie het geen echte zomeravond was zonder uw stil verhaal.
Wij waren gelukkig toen, als uw zonen te zijn.
En het zwerven met jou door de dennebossen
of de avonden onder de grote maan boven het kampvuur
als jij ons vertelde van je reizen naar het oosten
en van je vrienden in de Libische woestijn.
En de liederen die wij zongen op het marktplein
van een of andere kleine zonbeschenen stad
of het spel dat wij speelden voor de kinderen in de dorpen
terwijl jij glimlachend je pijp zat te roken in het gras
en gelukkig waart omdat wij uw boodschap hadden verstaan.
En het huis dat wij bouwden op de heide,
het tehuis voor allen die uw roep hadden gehoord,
war wij zouden toeven als in een stille abdij.
Wij waren gelukkig toen omdat jij bij ons waart,
ons leven richtte en in onze harten een bestendig lied deedt zijn
hoewel je eigen tenger lichaam droeg het teken van de pijn.
En de goede wijsheid van uw raad steeds
en de hulpvaardige trouw van uw groot, rijk hart...
Toen was het dat de kleine, felle vlam
die heel mijn verder leven bleef doorgloeien
in mij ontstoken werd: gij hebt van mij gemaakt
de dichter (én de man die u eeuwig dankbaar daarvoor zal zijn).
Eén ding sijt mij nog steeds: dat ik bij u niet was
toen broeder dood u roepen kwam voor de tocht naar giner...
(Ik was niet hier toen). Pas veel later kon il leggen op je graf
de rode bloemen van de herfst, als mijn laatste hulde
aan u, die eens mijn beste vriend en milde meester was.

(Foto boven: Ernest Van der Hallen en Frans Mertens bij de Djelladine-poort in Kairoean - 1935)

1 opmerking:

Unknown zei

The King Casino Online ᐈ Get 50% up to €/$100 + 50 Free Spins
Get 50% herzamanindir.com/ up https://octcasino.com/ to €/$100 + https://jancasino.com/review/merit-casino/ 50 Free Spins · Visit gri-go.com the official site · Log in to your Casino Account · If you do not agree aprcasino to the terms of the terms of the agreement,

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland