zondag 6 januari 2008

Aleidis Dierick - Het lied van de vrijheid (7 Louwmaand 2008)

Weinig Vlamingen, ook de meeste Vlaamse of Dietse (Groot-Nederlandse) nationalisten lezen nog de betere poëzie, die er nog altijd is, ook met weerbare, volksverbonden inslag. Slechts een luttel aantal van onze betere Vlaamse - juister: Zuid-Nederlandse - dichters met nationalistische overtuiging drukt dat ook uit in zijn verzen. Toch zijn het de dichters en andere letterkundigen geweest, o.a. Jan Frans Willems, Ferdinand Augustijn Snellaert, Hendrik Conscience, Guido Gezelle, Hugo Verriest, Albrecht Rodenbach, Cyriel Verschaeve en Wies Moens die de Vlaamse, oorspronkelijk al Heel-Nederlands, orangistisch getint, ontvoogding en bewustwording en uiteindelijk het grote, massale verweer tegen deze onvolkse, anti-Nederlandse staat op gang hebben gebracht.

Maar, zoals ik hiervoor aanstipte, slechts enkele - betere - Vlaamse dichters beoefenen vlot het genre van het (Vlaams-nationale of Dietse) strijdgedicht zoals o.a. Albrecht Rodenbach, René De Clercq, Ferdinand Vercnocke, Wies Moens, Ward Hermans, Anton van Wilderode (slechts in weinig verzen) en Jos Vinks. Eén van de grootste Vlaamse, dus Nederlandse dichters van de 20ste eeuw en van nu is de vorig jaar 75 jaar geworden: Aleidis Dierick, die ook een actieve Vlaamse - én Dietse - nationaliste is. Pas op 45-jarige leeftijd, in 1977 begon zij dichtbundels te publiceren. In 2005 verscheen haar tiende bundel: "De schuldeloze man", waarin zij, in zeer gebalde en sterk beeldende gedichten en met de kernachtige zegging die haar werk zo uitzonderlijk maakt, in vier cycli het leven en de tragiek van haar man: 'De seminarist', 'De soldaat', 'De voortvluchtige', 'De banneling'. De poëtische en tragische gestalte van de schuldeloze man staat symbool voor vele Vlaamse en Europese idealisten, soldaten aan het Oostfront en in het gruwelijk ineenstortende Berlijn van 1945. De ondraaglijke en ongeneeslijke pijn van dit gekwelde leven - van de zinnebeeldige én ten dele van de werkelijke idealist, seminarist, banneling en echtgenoot van de dichteres - mondt uit in een hevig trauma in de beschermende heuvels van Ierland:

"We plukten de bramen
die zomer in Ierland. Omzichtig
bewoog hij, die staalblauw
gehelmd liep. Omgord was.
Granaten gasmasker dolk.
Tot de tanden gewapend.
Die "Vuur" heeft geschreeuwd."

Dit is een schitterende dichtbundel van zeer hoog niveau. Lyrisch en episch een meesterwerk. De kwaliteit van Aleidis' poëzie werd trouwens, zij het niet gebaseerd op deze bundel, opgemerkt door enkele ervaren bloemlezers zodat de dichteres terechtkwam, met verscheidene verzen, in de 'Jaargetijdenboeken' van Anton van Wilderode, in voorname anthologieën als 'Spiegel van de moderne Nederlandse poëzie', 'Dichters van deze tijd', 'Groot Nederlands Verzenboek' en 'De 100 beste gedichten van deze eeuw' (de 20ste), samengesteld door Gerrit Komrij!

Nationaal-getuigende strijd- of spotgedichten, satirische aanklachten tegen de slechte staat zijn niet hét poëtische genre van Aleidis Dierick, al heeft zij de tragiek van Vlaanderen en Europa als weinig anderen gekend én opgeroepen. Toch heeft zij de jongste jaren meermaals scherpe spot- en strijdgedichten tegen de volksvreemde Belgische staat, die zij o.a. aan mij heeft bezorgd en die ik al enkele keren in het tijdschrift van IJzerwake heb gepubliceerd. Eén daarvan is verschenen in het nummer 19 (juli-augustus-september 2007). Dit anti-staats gedicht is geïnspireerd door het beroemde en uitdagende vers van Wies Moens: "Liever wolf in 't bos dan vette hond, de keten om den hals" uit het gedicht "Al waart gij allen klein, kortzichtig tot het eind..." ('Het Vierkant', 1938). Voor de geïnteresseerde lezers van dit Dietse domein: je vindt dit gedicht NIET in zijn 'Gedichten 1918-1974' - een bloemlezing uit eigen werk, wél in de recente biografie van Karel Dillen (2007), door mijn verdienstelijke naamgenoot-geschiedschrijver, Pieter Jan Verstraete, en dit helemaal vooraan, na de titelpagina. Ook Pieter Jan werd erdoor geïnspireerd om een zeer toepasselijke titel te vinden voor zijn boek over Karel, maar hij veranderde Moens' vers "Liever wolf in 't bos" in "Liever wolf in het bos". Een beetje jammer... Graag drukte ik hier ook Moens' gedicht af, maar dat wordt enigszins "des Guten zu viel", wat téveel aan poëzie en aan uitleg daarover. Daarom besluit ik met Aleidis' felle gedicht:

Het Lied van de Vrijheid
-------------------------------------
(opgedragen aan de politiekers)

Liever wolf
en vrij in 't bos,
liever Vlaming fier en los,
liever "wilde" zonder spijt
dan bange Belg en ingelijfd.
Liever wolf, gevreesd en trots
meester van het eigen lot
dan vette schoothond aan de pot.

Liever stout en fél dan braaf.
Liever ongewenst dan graaf,
liever fier en marginaal
dan likkend aan hun kandelaar.
Liever dagelijks hoon en smaad,
tegenwind en domme haat,
liever lastpost dan gevierde,
brave kruiphond van de Staat.

Liever ruig, de tanden bloot,
bijtend naar een vals cordon
dan ijdele kleine prulbaron
in 't koninklijk verguld salon.
Liever vrij en jaar na jaar
overwerkt, belaagd, berooid
dan slaaf met tricolore sjerp
en ketting aan de poot.

Liever wolf, en vrij en los,
Vlaming die er écht voor gaat
dan hond die hapt naar elke brok
en teruggejaagd wordt naar zijn kot
als het de machthebbers behaagt.
Liever wolf, die gromt en grolt
wars van 't achterbaks verraad.
Liever wolf bij 't eigen volk
dan met een toegeknepen strot
de bandhond van de Staat!

Aleidis Dierick
Aalst 2007

Geen opmerkingen:

Borms Van Severen Van Wilderode Verschaeve Dietsland